In photoshop zijn voor het transformeren selecties en lagen meerdere opties beschikbaar. Transformeren en vervormen worden nogal eens gebruikt om delen van een afbeelding net even iets anders neer te zetten dan ze oorspronkelijk zijn weergegeven.
Photoshop canvas roteren
Een eenvoudige transformatievorm is roteren. Kies Afbeelding, Afbeelding roteren en selecteer één van de opties. Met de opdracht Instelbaar, kiest u een eigen rotatiehoek.
Photoshop canvas wijzigen
Het wijzigen van de afmetingen van het canvas, zeg maar het doek waarop u tekent en schildert, gaat een stapje verder dan roteren en spiegelen. U kunt ruimte toevoegen of verwijderen. Als u extra werktruimte toevoegt, dan krijgt het schilderlinnen dezelfde kleur als de achtergrond. Indien de achtergrond transparant is, wordt het bijgevoegde doek ook transparant. Als u een stuk van het canvas afknipt, dan snijdt photoshop ook een deel van het werktstuk is het doek af. U maakt een uitsnede.
Ga naar menu Afbeelding en klik op Canvasgrootte. Typ afmetingen voor het nieuwe canvas in de invoervakken Breedte en Hoogte. Selecteer eventueel een andere maateenheid in de bijbehorende vervolgkeuzelijsten.
Als u Relatief selecteert, dan typt u in de invoervakken waarden voor de toename of afname van het canvas in verhouding to de huidige afmeting. Om het canvas te verkleinen, typt u een negatieve waarde. Klik op het figuur bij Plaatsing een positie voor de bestaande afbeelding op het nieuwe canvas. Als u in het midden klikt, wordt de afbeelding door photoshop gecentreerd.
Photoshop uitsnede maken
Met het verkleinen van het canvas en het bepalen van de positie van de afbeelding op het doek, maakt u met photoshop een uitsnede. Met het speciale gereedschap Uitsnijden heeft u meer controle over de uitsnede en de compositie. U kunt de afbeelding tijdens het uitsnijden bovendien resamplen en ook nog eens vervormen.
Selecteer het gereedschap Uitsnijden. Als u door te slepen een rechthoekig gebied wilt uitsnijden, dan geeft u geen afmetingen in de werkbalk Opties op. De resolutie blijft ook gelijk aan het origineel. Om snel eventuele waarden in de invoervakken in de werkbalk te verwijderen, klikt u op de herstelknop in de werkbalk Opties.
Heeft u de uitsnede bepaald? Druk op enter of klik helemaal rechts in de werkbalk Opties op de knop met het vinkje erop, Huidige uitsnijdingsbewerking vastleggen. Druk op Esc of op het verbodsbord in de werkbalk, Huidige uitsnijdingsbewerking annuleren, om het uitsnijden af te blazen.
Photoshop afbeelding rechttrekken
Selecteer in de werkbalk Opties de opdracht Rechttrekken om een uitsnede in perspectief te maken. Dit doet u om bijvoorbeeld een vorm in een afbeelding die niet helemaal rechtstaat (bijvoorbeeld een gebouw wat “achterover leunt”) tijdens het uitsnijden recht te trekken. Sleep een lijn in de afbeelding langs de schuinte die horizontaal moet worden. Photoshop klaart dit klusje in een oogwenk.
Photoshop transformaties uitvoeren
Voor het transformeren kunt u in het menu Bewerken twee verschillende opdrachten gebruiken: Transformatie en Vrije Transformatie. Het belangrijkste verschil is dat u bij Transformatie de transformaties die u wilt uitvoeren allemaal apart moet selecteren. Kiest u Vrije transformatie, dan gebruikt u sneltoetsen. Kies Transformatie in het menu Bewerken en selecteer één van de typen transformaties. Het aardige is dat u eerst meerdere transformaties kunt uitvoeren en hierna pas op enter hoeft te drukken om ze daadwerkelijk door te voeren.
De onderstaande opdrachten zijn mogelijk:
- Schalen: Sleep net één van de handgrepen om te vergroten/verkleinen of te verbreden/versmallen. Houd de Shift-toets ingedrukt en sleep met een handgreep om te schalen, waarbij de verhoudingen bewaard blijven.
- Roteren: Sleep buiten de omtrek linksom of rechtsom. Houd de Shift-toets ingedrukt om in stappen van 15 graden te roteren. U kunt ook de andere opties voor het roteren in dit submenu kiezen om over een bepaald aantal graden te roteren.
- Schuintrekken: Sleep met een tussenliggende handgreep, dus niet met een handgreep op een hoek.
- Vervormen: Kies een hoek voor rotatie.
- Horizontaal draaien: De vorm wordt horizontaal gespiegeld.
- Verticaal draaien: De vorm wordt verticaal gespiegeld.
Een uitgevoerde transformatie kan telkens opnieuw worden uitgevoerd. Kies de opdracht Bewerken, Transformatie, Opnieuw. Om een duplicaat tijdens het transformeren te maken houdt u de Alt-toets ingedrukt en kiest u hierna de opdracht Transformatie.
