Hoewel gummen het tegendeel van kleuren en patronen aanbrengen lijkt te zijn, u wist immers iets, behoren ze toch tot de schildergereedschappen. Zeker de gummen van Photoshop, want dat zijn geen gewone gummen. We kennen in photoshop drie verschillende gummen:
- Gummetje: Gum op de achtergrondlaag of op een laag waarvan de transparantie op slot staat en de geselecteerde achtergrondkleur komt te voorschijn. Als de transparantie niet op slot staat, gumt u de pixels waarover u sleept daadwerkelijk weg. Wat overblijft is transparant gebied. Als u in het deelvenster Historie (menu Venster) een bepaalde staat van de afbeelding selecteert (klik helemaal links naast de naam van de staat), dan kunt u met Gummetje delen van de afbeelding terug gummen.
- Achtergrondgummetje: Dit handige gereedschap gumt gelijkwaardige pixels die zich in het centrum van de gumpunt bevinden naar transparantie. Als u voorzichtig langs een rand in een afbeelding gumt en de juiste waarden instelt in de werkbalk Opties, kunt u een vorm losummen van de achtergrond.
- Tovergummetje: Klik om pixels met een min of meer gelijke kleurwaarde transparant te maken.
Photoshop gummetje
Selecteer het Gummetje in de gereedschapkist. In de werkbalk Opties kunt u nog wat instellingen maken. Selecteer een penseelpunt en een grootte. Dit doet u op dezelfde manier als bij het Penseel, Potlood en Mixerpenseel. Ook de opties Dekking, Stroom en het inschakelen van de airbrush zijn gelijk.
Selecteer de optie Wissen en in historie opnemen om de gm als Historiegummetje te gebruiken. U selecteert eerst de staat van de afbeelding in het deelvenser Historie en hierna gumt u met de historiegum.
Photoshop achtergrondgummetje
De kunst bij het instellen van de opties voor het Achtergrondgummetje is onder meer de juiste gumpunt te kiezen. Maak de punt niet te groot, want dat maakt het verwijderen van de achtergrond er niet eenvoudiger op. Klik vervolgens met het midden van de gumpunt precies buiten de rand van de vorm die u wilt behouden, dus op het gebied dat u wilt weggummen. Houd dit consequent vol, anders neemt u alsnog een hap uit de verkeerde vorm.
Kies in de vervolgkeuzelijst Limieten één van de volgende opties:
- Niet aangrenzend: Pixels met de kleur die in het midden van de gumpunt voorkomt, worden ook op andere plaatsen waar ze onder de gumpunt voorkomen transparant.
- Aangrenzend: Pixels met gelijke waarden die samen een aaneengesloten gebied vormen en die de kleur hebben die in het midden van de gumpunt voorkomt, worden transparant.
- Randen zoeken: Deze optie lijkt sterk op Aangrenzend, maar nu doet photoshop er ook van alles aan om de randen van de vorm die uiteindelijk overblijft scherp te houden.
Typ of sleep bij Tolerantie een waarde in procenten. Bij een lage waarde worden alleen pixels met vrijwel dezelfde kleurwaarde als de pixels in het midden van de gumpunt transparant gemaakt. Bij een hoge tolerantiewaarde worden ook pixels met een meer afwijkende kleurwaarde weggepoetst. Selecteer eventueel de optie Voorgrondkleur beschermen. Zo voorkomt u dat pixels met dezelfde kleurwaarde als de geselecteerde voorgrondkleur transparant worden.
Bij Stalen in de werkbalk Opties met de drie pipet pictogrammen kiest u een methode om de kleuren te bemonsteren. De volgende keuzes zijn in photoshop beschikbaar:
- Monster nemen doorgaand: De pixelkleuren die zich tijdens het slepen in het centrum bevinden en zich tijdens het slepen steeds wijzigen, bepalen welke pixels transparant worden.
- Monsters nemen eenmaal: De kleur die zich bij de eerste klik in het centrum bevindt, bepaalt welke pixels transparant worden. De kleur word dus bij de eerste klik bepaald.
- Monsters nemen achtergrondstaal: Pixels met dezelfde kleur als de achtergrondkleur worden transparant.
Photoshop tovergummetje
Klik met het Tovergummetje op een laag en alle pixels met dezelfde kleurwaarde worden transparant. Er is één uitzondering op deze regel: als u het Toverstafgummetje op de achtergrondlaag gebruikt of op een laag waarvan de transparante pixels zijn vergrendeld, dan krijgen de betreffende pixels de achtergrondkleur. Stel het gereedschap in met behulp van de werkbalk Opties.
